Lakeien van de trias politica

Lakeien van de trias politica

Terwijl hij door Amsterdam loopt, wordt G.H.B. bevangen door een diepe droefenis over de staat van de vaderlandse journalistiek. Waar zijn de tijden van Jeanne Roos, Rinus Ferdinandusse en Nico Scheepmaker gebleven?

Lakeien van de trias politica

Vrienden, ik schreed recentelijk in de stromende regen voorbij Scheltema aan de Nieuwezijds Voorburgwal in Amsterdam en werd spontaan overvallen door een diepe treurigheid. Ooit was dit de Fleet Street van Nederland, omdat vrijwel alle kranten hier hun hoofdkwartier hadden en Scheltema het journalistencafé bij uitstek was.

Ach, hoe hoe vaak schoven Jan Blokker, Martin van Amerongen, Lisette Lewin, Philip Mechanicus, Henk Hofland, Cherry Duyns, Rinus Ferdinandusse, Jeanne Roos en last but not least Nico Scheepmaker niet aan bij mijn vaste tafeltje voor het raam.

Als ik niet thuis gaf in Scheltema, hield ik audiëntie in koffiebar Espresso de la Presse van Bob Steinmetz en anders wel in Die Port van Cleve, Dorrius, De Drie Fleschjes, Hoppe en De Koningshut.

Ik moest ineens denken aan de gevleugelde woorden van de Franse chansonnier Léo Ferré, die mij nog goed gekend heeft: Avec le temps. Avec le temps, va, tout s’en va. On oublie le visage, et l’on oublie la voix. 

De legendarische eigenaar van Scheltema, Willem de Lange, werd veertig jaar geleden geïnterviewd door William Rothuizen en klaagde: “Toen ik het overnam, was het het beste café van Nederland. Het liep als een trein tot de grote klap kwam. Dat was in 1975. In korte tijd was het gebeurd. Met het verdwijnen van de laatste kranten was de sfeer ineens weg. De jonge mensen die tegenwoordig bij mij in de zaak komen, zijn zo stil en ernstig. Ik heb er geen verklaring voor. De herrie is weg. God, wat was er een lawaai. Het Waterlooplein was er niks bij. Het was feest, het was waanzin. De mensen woonden hier. Waar ze in godsnaam allemaal gebleven zijn? Ik weet het niet.”

Lakeien van de trias politica

De Nederlandse journalistiek is dood, vrienden, en dat stemt mij verdrietig. Ik heb al mijn abonnementen op de dag- en weekbladen opgezegd en lees alleen nog het Reformatorisch Dagblad, de laatste fatsoenlijke courant van Nederland. Dit landelijke dagblad voor jong en oud van bevindelijk gereformeerde signatuur bestaat sinds 1971 en heeft een oplage van maar liefst 60.000 exemplaren.

Ik citeer: het Reformatorisch Dagblad brengt het dagelijks nieuws uit binnen- en buitenland alsmede achtergronden en opinies en probeert deze binnen bijbelse kaders te plaatsen en aan christelijke waarden en normen te toetsen. Het Reformatorisch Dagblad baseert zich hierbij op en onderschrijft de gereformeerde belijdenisgeschriften (de Drie Formulieren van Enigheid).

Het resultaat is een oerdegelijke berichtgeving van conservatieve snit, zonder D66 en GroenLinks- gejubel, zonder sportnieuws, zonder radio- en televisienieuws, zonder geneuzel over Bekende Nederlanders en vooral zonder agitprop over genderverdwaasden. De brave lezer wordt niet dag in dag uit bang gemaakt met de watercrisis, corona, de energiecrisis, de klimaatcrisis, de stikstofcrisis en de landbouwcrisis. Immers: de mens wikt en God beschikt en het is krek wat er in het Goede Boek staat: zonder de wil van uw hemelse Vader valt er geen musje van het dak.

De lezer van het RD hoeft zich hoogstens bang te maken voor het eindoordeel dat over hem geveld wordt als de Heere Jezus terugkeert op aarde, op de Laatste Dag.

Laat mij afsluiten met deze door mijzelve bedachte slogan:

Weest wijs als G.H.B. en leest allen het RD!

Tabee!

Lees het gehele artikel hier

Home

error: Content is protected !!
Spring naar toolbar