De Jonge schoffelt met verplichting draagvlak vergroening onderuit
De aanschaf van een hybride warmtepomp bij een nieuwe cv-ketel die demissionair minister De Jonge verplicht stelt vanaf 2026, is financieel niet zo gunstig als de minister beweert. Terwijl De Jonge claimt dat zo’n warmtepomp in zeven jaar is terugverdiend, komt de Vereniging Eigen Huis (VEH) met een slechter plaatje. Volgens de Vereniging duurt het voor miljoenen huishoudens 9,5 jaar voor de investering (nu al 5000 euro) is terugverdiend.
De rekensom van VEH is een nieuw bewijs van doorgeslagen groene gekkigheid. Op basis van wankele rekensommen van de overheid worden verplichtingen opgelegd. Want naast de terugverdientijd, zijn er ook honderdduizenden gezinnen die helemaal geen 5000 euro op tafel kunnen leggen als zij een nieuwe cv-ketel nodig hebben.
Met het opleggen van de verplichting om een hybride warmtepomp te plaatsen, zelfs als het financieel onaantrekkelijk is, schiet De Jonge zijn eigen beleid in de voet. Dat beleid zou erop gericht moeten zijn om de woningen te vergroenen zonder huiseigenaren op onverantwoorde kosten te jagen. Maar de huiseigenaren krijgen wél onverantwoorde kosten voor de kiezen. Dat is onredelijk en zonde, want er is wel degelijk draagvlak voor vergroening van woningen; het succes van de zonnepanelen op daken is daar het beste bewijs van. Met de plicht om een warmtepomp te plaatsen, schoffelt De Jonge dat draagvlak onderuit.