Integreren in eigen land: hoe verzin je het

Integreren in eigen land: hoe verzin je het

Trouw, fout na de oorlog, maakt het weer bont. Nu concludeert de krant dat Nederlanders zich niet willen aanpassen aan mohammedaanse gasten (het betreft nooit Aziaten) uit de Derde Wereld en weigeren te ‘integreren’ in het eigen vaderland. Socioloog Maurice Crul pleit in Trouw voor een andere kijk op integratie. Nederlanders zónder migratieachtergrond zijn de nieuwe minderheid in de stad en moeten integreren met hun multiculturele buren. ‘Integreren in eigen land: hoe verzin je het’, schrijft Arthur van Amerongen.

Leest en huivert: “Mensen zónder migratieachtergrond zijn de nieuwe minderheid in de stad en integreren niet. Maar waarom integreren zij niet met hun eigen multiculturele buren? Volgens socioloog Maurice Crul is het tijd voor een andere kijk op integratie. Het oude beleid, gericht op mensen met een migratieachtergrond, is achterhaald. Het draait er volgens Crul om dat mensen die verschillend zijn op een plezierige manier met elkaar moeten leren samenleven. ‘Mensen zónder migratieachtergrond moeten deze stappen ook nemen. Het moet van beide kanten komen, zodat mensen zonder een migratieachtergrond ook meer zeggenschap krijgen over hoe integreren eruit moet zien.’”

Integreren in eigen land: hoe verzin je het. De gestadig uitdunnende groep gefossiliseerde abonnees van Trouw zit van angst te bibberen op de terpen en wierden in het hoge noorden. Hun voormalige verzetskrant heeft niets meer met een krant te maken. Het is één grote folder voor wokeness, transgenders, de climapocalypse, antifa en andere wanen van de tijdgeest.

Jeroen Schilder is een wolf in schaapskleren en predikt onder de dekmantel van diversiteit een nieuwe multiculturele samenleving

Integreren in eigen land – moslims eisen dat Nederland zich aan de gasten moet aanpassen

Nederland is het enige land ter wereld waar Gutmenschen eisen dat het gastland op de knieën gaat voor migranten en zich volledig aanpast aan hun nukken, grillen en eisen. Het zijn vrijwel altijd moslims die eisen dat Nederland zich aan de gasten moet aanpassen. NIDA, de salafistische variant van DENK, bestaat niet meer als partij maar heeft nog wel een website en een Facebookwandje. Op dat wandje schreef de huissocioloog van NIDA, de bekeerling Jeroen Schilder, eens: “‘Autochtoon’ of ‘allochtoon’? Wie is eigenlijk de ‘nieuwkomer’? Wie moet zich ‘aanpassen’ aan wie? Een omslag is gaande. Niet alleen in de bevolking van de stad. Niet alleen in de politiek. Ook in de sociale wetenschap. De opkomst van het rechts-populisme in de afgelopen vijftien jaar is als een laatste stuiptrekking van een achterhaalde kijk op de samenleving. Kwestie van tijd en emancipatiestrijd. Echt.”

Zo’n tekstje lijkt heel goed bedoeld, maar is bijzonder eng. Schilder bedoelt hier niet dat de gemoedelijke kaaskop zich moet aanpassen aan de gezellige Surinamers, aan de hardwerkende Aziaten, aan de goedlachse Ghanezen in de Bijlmer, aan de knusse Indo’s met hun gezellige Pasar Malam: neen, Schilder bedoelt hier dat wij moeten ons aanpassen aan de islam. 17 miljoen Nederlanders moeten zich onderwerpen aan 1 miljoen volgelingen van de Ware Religie. Schilder is een wolf in schaapskleren en predikt onder de dekmantel van diversiteit een nieuwe multiculturele samenleving. Maar dat is onzin want de Schilderoïden willen helemaal geen Surinaamse dansfeesten met schuimend bier en walgen van dat viezzzze zomercarnaval in Rotterdam. Schilder wil een islamitische monocultuur. De integratie-opdracht ligt dus bij de Nederlanders en assimilatie van de migranten tot Nederlander is niet aan de orde. Als de autochtone Nederlander blijft vasthouden aan de eigen Nederlandse waarden, normen en cultuur, heet dat zelfsegregatie. De oorspronkelijke cultuur opgeven heet nu integratie.

Het past perfect in de oikofobe retoriek van D66, GroenLinks en andere Weg met Ons-clubjes. Oikofobie werd door Roger Scruton geïntroduceerd in een essay uit 1993 en raakte in Nederland in zwang dankzij Thierry Baudet. Het was geen nieuw fenomeen want in 1808 gebruikte de dichter en essayist Robert Southey oikofobie om een verlangen te beschrijven (vooral bij de Engelsen) om het huis te verlaten en te reizen.

Integreren in eigen land – eigen cultuur liquideren

Fanatieke kaaskoppen die de Nederlandse cultuur willen liquideren, zouden The Virtue of Nationalism van de Israëlische socioloog Yoram Hazony moeten lezen. Hazony pleit voor nationalisme en het eerherstel ervan en ziet nationalisme als een wapen tegen globalisme. Globalisme beschouwt hij als de nieuwe versie van imperialisme, en een wereld van soevereine naties is de enige optie voor degenen die geven om persoonlijke en collectieve vrijheid.

Als de autochtone Nederlander blijft vasthouden aan de eigen Nederlandse waarden, normen en cultuur, heet dat zelfsegregatie. De oorspronkelijke cultuur opgeven heet nu integratie.

Nou ben ik geen fanatieke chauvinist, na een derde van mijn leven in het buitenland te hebben gewoond. De enige echte band die ik nog met Nederland heb, is de taal. En die taal wordt net als het typisch Nederlandse landschap in hoog tempo gesloopt. Het liefst verwijderen de oikofoben alle lidwoorden uit de Nederlandse taal en wordt de woordenschat teruggebracht tot 100, zodat Somalische en Afghaanse jongeren in het kader van inclusiviteit gezellig mee kunnen kallen met de gastheren.

De schrijfster Naema Tahir woont een halve eeuw in Nederland en spreekt nog steeds geen perfect Nederlands. Dus pleit ze, uiteraard in Trouw, voor het afschaffen van het lidwoord ‘het’.

In mijn Portugal is het onvoorstelbaar dat de honderdduizenden expats en bijvoorbeeld het leger Oekraïense en Roemeense gastarbeiders eisen dat het Portugees wordt aangepast omdat het te moeilijk is, laat staan dat Nederlandse gasten hier de lakens gaan uitdelen en gaan brullen dat de Portugezen zich maar moeten aanpassen aan de ‘Hollandse cultuur’.

Hoewel ik dus geen typische patriot ben, eerder een ontwortelde expat, vind ik de vaderlandsliefde van Portugezen aandoenlijk. Woke en Weg-met-ons krijgt hier dan ook geen voet aan de grond. In de Salão Nobre van het Portugese parlement van Portugal, hangen enorme schilderijen die de ontdekkingsreizen bejubelen. Op eentje wordt de legendarische ontdekkingsreiziger Vasco da Gama met alle egards ontvangen door de samorijn, de vorst van Kozhikode aan de Malabarkust in India. De zwarte slaven buigen voor Vasco. Linkse en rechtse Portugezen zijn trots op hun verleden, schamen zich daar dus absoluut niet voor en niemand eist dan ook dat de schilderijen verdwijnen. Op één vrouw na: Joacine Katar Moreira.

Arie Pos legt in ons net verschenen boek Portugal voor Bonvivanten helder en duidelijk uit waarom Portugal niet geteisterd wordt door woke.

“Wokisme leeft nog niet erg in Portugal. Dat is iets uit Angelsaksische buitenlanden, lezen we hier in krant en weekblad. Een verleden met vier-en-een-halve eeuw koloniale macht en uitbuiting in Afrika, Azië en Brazilië, slavenhandel, inquisitie en bloedige onafhankelijkheidsoorlogen leidde nog niet tot mea culpa’s of excuses. Alleen niet-Portugese historici van de the empire writes back-school herinneren aan de minder fraaie kanten van Portugals roemruchte eeuwen als ontdekkersnatie en wereldgrootmacht. De ontdekkingsreizen en het imperium worden ook van staatswege nog altijd ongegeneerd gevierd als founding myth voor de nationale trots, en die trots blijft groot. De Portugese voorvaderen hebben ver weg iets groots verricht en ‘de wereld nieuwe werelden geschonken’, zoals bij de vele herdenkingen steevast wordt beweerd naar de woorden van Camões’ Os Lusíadas, Portugals nationale heldenepos over Vasco da Gama en zijn ijzervretende kornuiten in de Oost.”

Wokisme leeft nog niet erg in Portugal. Dat is iets uit Angelsaksische buitenlanden, lezen we hier in krant en weekblad.

“Black Lives Matter is ook niet echt een issue hier. Met kleuronderscheid moet je oppassen in Portugal, juist vanwege de koloniale erfenis. Premier António Costa heeft een kleurtje vanwege zijn familieroots in India, de vorige minister van justitie Francisca Van Dunem heeft haar kleurtje uit Angola en haar achternaam van een verre Nederlandse voorouder, veel Algarvianen zien eruit als Arabieren en de joodse factor in het Portugese DNA is groot. Verschillig zijn is dus niet eenvoudig. Portugezen zetten zich makkelijker af tegen zigeuners, Spanjaarden, Roemenen of Russen dan tegen de moeilijk te ontwarren knoop van hun eigen genetisch materiaal. Er valt zo weinig te cancelen zonder dat de nationale trots een knauw krijgt. Bussen schoolkindertjes brengen nog altijd enthousiaste bezoeken aan het Portugese koloniale Madurodam ‘Portugal dos Pequenitos’ in Coimbra. Terwijl in Spanje het ‘naakte, rondbuikige en diklippige negertje’ van de zakjes Conguitos (conguito: ‘Congoleesje’, ook ‘arm- of beenstomp’ en, pejoratief, ‘kort en dik vrouwtje’ – de merknaam voor pinda’s in een bruin of wit chocoladejasje) sinds juni 2020 een heftig bestookt BLM-mikpunt is – want racistisch –, kun je in Porto nog altijd terecht in de beroemde delicatessenzaak ‘O Pretinho do Japão’ (‘Het negertje uit Japan’), waar je door een levensgroot houten beeld van een jongetje van kleur in bediendenkloffie wordt verwelkomd.”

De waarschuwende slotwoorden van Pos kan je samenvatten als When in Rome, Do as the Romans. Pas je aan. Iets wat migranten in Nederland eens ter ore zouden moeten nemen. Pos: “Je hoeft geen rabiate cultuurrelativist te zijn die all things Portuguese geweldig vindt om het aangename van land en bewoners te kunnen waarderen. Maar ’s lands wijs en ’s lands eer kennen en een zekere mate van going native en going local is wel aan te raden om je staande te houden. Toeristen en landverhuizers die alles hardnekkig door hun Nederlandse bril blijven zien en alleen voor spijzen drank, zon en zee en betaalbare Portugese gedienstigheid en gastvrijheid komen, zullen moeilijk aarden. Ze verdienen niet beter, zullen zich nooit thuis voelen en worden door de Portugezen als economisch noodzakelijk kwaad geduld, voor zover ze zich enigszins weten te gedragen. Misschien moeten we eindigen met een gedragscode voor bonvivanten, Tuur. Iets van ‘geniet, maar met mate’, in de zin van: u bent op bezoek dus voorkom overlast, respecteer ’s lands wijs en gewoonten en denk aan uw Portugese buren.”

Lees het originele artikel hier

Home

error: Content is protected !!
Spring naar toolbar