Mattias Desmet meerderheid studenten kunnen hem wél appreciëren

Mattias Desmet

Mattias Desmet meerderheid van zijn studenten kunnen hem wél appreciëren

Mattias Desmet – Wat een treurigheid eigenlijk. Je schrijft een heel succesvol boek. De studenten zijn tevreden. Maar enkele wokies verpesten de boek door achter een muur van anonimiteit ageren. Universiteitsbestuurders zitten als zieke vogeltjes op het hek en durven niets te doen. Universiteit: bescherm je excellentie.

De psychologie van het (Europese) totalitarisme

Het recht op privacy kalft af, (zelf)censuur neemt in snel tempo toe, de gezondheid van het individu wordt meer en meer een staatszaak, het aantal intrusieve acties door veiligheidsdiensten stijgt exponentieel – de laatste decennia vergroot de greep van de overheid op het privéleven van het individu hand over hand. Het door Hannah Arendt opgeroepen dystopische toekomstbeeld dat na de val van het nazisme en het stalinisme er een nieuw soort totalitarisme zou oprijzen, geleid door saaie bureaucraten en technocraten, tekent zich merkwaardig realistisch af aan de maatschappelijke horizon. Totalitarisme is geen historische toevalligheid. Het is het logische gevolg van een waanachtig geloof in de almacht van het menselijke verstand; het is het symptoom bij uitstek van de Verlichtingstraditie. Dit boek presenteert een glasheldere psychologische analyse van de historische opkomst van totalitarisme en het ermee verbonden fenomeen van massavorming. Het presenteert daarbij een bijwijlen genadeloze maatschappijkritische analyse van fenomenen als de woke cultuur, de Black Lives Matter-beweging en de angstcultuur die tot een hoogtepunt kwam tijdens de coronacrisis. Mattias Desmet is professor klinische psychologie aan de Universiteit Gent. Hij heeft een psychoanalytische praktijk en is auteur van boeken als The pursuit of objectivity in psychology en Lacan’s logic of subjectivity.

Alleen een grondige analyse van dit proces laat toe om de ronduit verbluffende kenmerken van een getotaliseerde bevolking te begrijpen, zoals de radicale bereidheid van de individuen om hun persoonlijke belangen op te offeren uit solidariteit met het collectief (i.e. de massa), de intolerantie ten aanzien van dissidente stemmen en de vatbaarheid voor absurde (pseudowetenschappelijke) indoctrinatie en propaganda. 

Universiteit Gent

69 procent van de studenten in het tweede jaar psychologie aan de Universiteit van Gent oordeelt positief over het vak ‘Cultuur- en Maatschappijkritiek’. Deze groep beoordeelt de lessen van de internationaal bekende psycholoog Mattias Desmet als goed tot zeer goed. 20 procent vindt de lessen gemiddeld. De overige studenten evalueren negatief. Dat blijkt uit de studentenevaluaties zelf, die Doorbraak kon inkijken.

Uit de lesevaluatie blijkt dat de studenten Mattias Desmet een eigenzinnige prof vinden. Toch antwoordt 87 procent onder hen dat Desmets houding tegenover hen correct was, en maar liefst 91 procent dat Desmet voldoende aanspreekbaar was. Van de 430 studenten namen 248 deel aan de evaluatie-enquête in het academiejaar 2021-2022. Voldoende om de evaluaties ontvankelijk te verklaren.

De positieve toon resoneert ook in de invulvelden waar studenten inhoudelijk commentaar kunnen geven. Wat terugkomt, is dat studenten geprikkeld worden door Desmets stijl van lesgeven en door de inhoud van zijn boek. Uit de meerkeuze-evaluatie blijkt dat 88 procent van de studenten zegt akkoord of helemaal akkoord te gaan met de stelling ‘ik werd aangezet tot kritisch denken’.

Wel zijn er in de inhoudelijke commentaren in het invulveld ook enkele uiterst negatieve neergepend. Die komen erop neer dat Desmets houding té eigengereid is en hij te weinig ruimte laat voor kritiek. Deze commentaren zijn in de minderheid – een tiental op meer dan vijftig ingevulde. De overige zijn ofwel genuanceerd kritisch en zeggen dat Desmet neutraler en breder moet doceren, maar dat hij wel open blijft staan voor tegenwerpingen. Of zijn erg lovend.

Mattias Desmet – ‘Oordeel van opleidingscommissie zelf’

Dat de ‘negatieve’ studentenevaluaties sterk in de minderheid en dus niet relevant zijn in Desmets evaluatie, besefte ook de onderzoekscommissie van de faculteit psychologie al in het najaar, toen de procedure werd opgestart. Desmet werkte volledig mee en overhandigde alle opnames van zijn lessen, zo staat in het verslag van die commissie te lezen. ‘Omdat er in de studentenevaluaties geen aanleiding toe was en om geen precedent te scheppen, besloot de commissie om de lesopnames niet mee in de analyse te betrekken’, zo schrijft de onderzoekscommissie.

Gevraagd om een reactie, zegt woordvoerder Tine Dezeure van de Universiteit Gent: ‘De opleidingscommissie heeft niet beweerd dat studenten de lessen van Mattias Desmet te eenzijdig vonden. Het is de opleidingscommissie zelf die, na screening van het lesmateriaal, heeft geoordeeld dat in het vak Cultuur- en Maatschappijkritiek meer referentiekaders aan bod moeten komen in functie van het bereiken van de eindcompetenties bij de studenten tweede bachelor.’

Neutraal handboek

Daarmee wordt het verhaal dat Mattias Desmet slecht ligt bij zijn studenten officieel genuanceerd. Dat verhaal werd in het najaar van 2022 in sommige media gebruikt om Desmets reputatie te beschadigen. Een officiële klacht van enkele studentenvertegenwoordigers ligt mee aan de basis van de tuchtprocedure tegen Mattias Desmet. Een kleine maand geleden besliste de faculteit psychologie dat Desmet het vak niet meer voltijds mag geven. Ook mag hij zijn bekende boek ‘Psychologie van het totalitarisme’ niet meer in de bestaande vorm als lesmateriaal gebruiken.

Een andere commissie van de Universiteit Gent die zich boog over de wetenschappelijke integriteit van Desmet, wilde niet definitief oordelen over Mattias Desmet. De beslissing om Desmet in zijn lessen te beperken ligt met andere woorden volledig bij de faculteit psychologie zelf. De onderzoekscommissie suggereert de faculteit om een neutraler en internationaal erkend handboek te gebruiken voor het vak Cultuur- en Maatschappijkritiek.

Mattias Desmet – Addendum

Lees mee in ‘De psychologie van totalitarisme’: de inleiding.

Door James Roolvink

To complot or not to complot, that is the question

Van de mensen die tegen de grondrechtbeperkende coronamaatregelen zijn, heb je aan de ene kant mensen die geloven dat er een wereldwijd complot gaande is en aan de andere kant mensen die menen dat we gevangen zitten in historische tendensen. Desmet beweert dat we ons in een proces van massavorming bevinden dat historisch gegroeid is. Het is een historisch proces van mechanisering die het mogelijk maakt dat bepaalde groepen zeker belangen kunnen doordrukken (op immorele wijze), en je hoogstens zou kunnen spreken van een ‘lokaal complot’, maar niet van een wereldwijd complot. Wat is eigenlijk massavorming?

De m van mechanisch en massavorming

De stelling is dat massavorming binnen een mechanisch mens- en wereldbeeld kan ontstaan. In een mechanisch wereldbeeld bestaat alles uit bewegende, botsende materiële deeltjes wiens bewegingen en botsingen je met de wetten van de newtoniaanse mechanica kan berekenen. God heeft hier de rol van een klokkenmaker, die nadat hij de grote klok, het universum gemaakt en opgewonden heeft, de toko weer verlaat. Ook mensen en dieren worden als machines gezien.

Er is al vaker een verband tussen het mechanische wereldbeeld en massavorming gelegd, maar niet vanuit psychologisch perspectief*. Desmet ziet i.i.g., dat hij een unieke stem heeft en iets toe te voegen heeft en dat is zeker, maar ik ben wel benieuwd hoe hij zal gaan aantonen dat hij een uniek psychologisch perspectief heeft op de relatie tussen de mechanica en de mechanische massamens. Zeer benieuwd ben ik niet naar het ‘dat’ maar naar het ‘hoe’ hij die belofte van een uniek perspectief gaat inlossen.

In de inleiding leren we al een iets: een door de ongevormde amorfe massa gevormde massamens kan tot de meest intelligente mensen behoren. Binnen de wetenschap heb je ook massavorming, al is de massa wellicht wat kleiner, en zou je het ‘group-think’ kunnen noemen. Desmet haalt de ‘replicatie-crisis’ in de wetenschappen aan om dat toe te lichten.

De ene charismatische dictator en de grijze muizen

Massavorming leidt tot totalitarisme is een andere stelling. Desmet maakt een elementair onderscheid tussen een dictatuur en een totalitair regime. In het eerste geval wordt de vrijheid van buitenaf ingeperkt door een dictator en in het tweede geval schreeuwen mensen zelf om gevangen gezet te worden. Waarom zou je niet vrij willen zijn?

Het mechanische mens- en wereldbeeld impliceert dat er geen betekenis, geen zin, van het leven is. Leven is niets anders dan er van kunnen genieten en pijn te vermijden. De mens die geen zin ervaart, niet gevormd is door iets ‘goddelijks’, iets ‘absoluuts’ (zoals Desmet het omschrijft), is angstig en wanhopig. Bang voor ziekte, dood en lijden. Dan is er een schreeuw de leefomgeving zo veilig mogelijk te maken. Dat betekent een roep om een sterke overheid die die leefomgeving gaat managen. Dan wordt alles steriel en moet er van alles gecontroleerd worden door technocratische grijze muizen m.b.v. technologie. De grote controle van de overheid wordt echter weer als beklemmend ervaren waardoor mensen nog angstiger worden en roepen om een nog sterkere overheid. Zo beland je in een vicieuze cirkel. De handboeien worden strakker en strakker aangetrokken. De massa groeit, het menselijke sterft langzaam.

Rituele angstbezwering

Op twee manieren kunnen die boeien wat losser geraken. Wanneer de onbestemde onbepaalde angst voor het zinloze, dat eigenlijk een angst om niets is, tot een bepaalbaar en daarmee bespreekbaar object kan worden kan de angst in vrees transformeren**.

Wanneer er een object van vrees is, dan kun je er samen heroïsch tegen strijden, zelfs met grote opofferingszin tegen je eigen belangen en zelfs je leven dat je wilde beschermen. In het samen tegen een gemeenschappelijke vijand strijden, wordt de zin als gemeenschapszin ervaren en offer je ook gedachteloos de ethiek op omwille van een hoger doel, het collectief.

Voor Desmet is de intersubjectieve gemeenschapszin de hoogste zin, i.t.t. de zin die werkelijk geschonken is, zonder enige menselijke inmenging, en die je absoluut zou kunnen noemen. Intersubjectieve gemeenschapszin is een afgeleide van die absolute zin en kan er ook een toegang toe geven, maar hier in de gemeenschap van de massa gaat het in wezen om een valse pseudo-zin en een valse mystieke eenheidservaring waarin je in de eenheid (van de massa opgaat) omdat jij er niet meer bent. Waarom ben jij er zelf nauwelijks?

Waarom je nauwelijks bestaat

Omdat je slechts een nummer, een radartje bent, in het collectief, het bedrijf, de grote machine waar we allen deel van lijken te maken.

De vrees ontlaadt je angst. Of het vreesachtige object nu een buitenlander, een buitenlands virus, een buitenlander met een virus, een buitenlands virus, een complot (?!), de destructie van het klimaat, etc., dat maakt niet uit. De pseudo-zin geeft toch licht, zoals een elektrische TL-buis licht geeft, ook al is het niet het licht van niet door machines getemd vuur.

Angst put uit, maar vrees ook. Voortbouwend op deze analyse zou ik zeggen dat vrees ook de vitale levenskracht uitput en dat vrees tot verveling leidt. Op een gegeven moment heeft de afgepeigerde mens het wel gehad met al dat nieuws over vreesachtige virussen. Verveling is ook uitputtend. Verveling kun je ontladen door steeds naar nieuw soort nieuws, ander soort nieuws, op zoek te gaan naar of steeds de eerste te zijn in het vinden van het laatste coronanieuws. De mens is is gestemd tot verveelde nieuwsgierigheid.

Wil je daaruit ontsnappen, dan moet je de angst voor niets, de zinloosheid, onder ogen komen. Dan kan alles zinloos worden. Weiger je te vluchten van de angst door je niet vreesachtig op een object van vrees te richten dan kun je depressief ‘burnT-out’ geraken.

De ethiek van op de golven meesurfen

Dit en massavorming in zijn geheel zijn alleen bij de wortel op te lossen. Er moet iets tegenover het mechanische wereldbeeld gezet worden. Dat mechanische wereldbeeld van de klassieke newtoniaanse mechanica is zelf in de nieuwe wetenschappen (de kwantummechanica en de complex dynamische systeemtheorie) al in zijn tegendeel omgeslagen. Men heeft ontdekt dat de natuur niet dood is, maar dat alles levend is.

Daar is een diep besef dat de natuur en de mens, die er een onderdeel van is, niet te controleren zijn. Dat zelfs eenvoudige slingerbewegingen niet doods en voorspelbaar zijn, maar wezenlijk onvoorspelbaar zijn. Die onvoorspelbaarheid als symbool voor onze vrijheid, het leven dat vrij is, en haar mysterie is de eerste wegmarkering uit het mechanische mens- en wereldbeeld.

Deze onvoorspelbaarheid en weten deel te zijn van een grotere natuur impliceert een ethiek van luisteren naar anderen die een uniek beginsel zijn waar vanuit ieder spreken kan beginnen en een daad kan zijn. Kijk naar de voetballer Zinedine Zidane*** en hoe hij wacht en kijkt naar zijn tegenstander en dan pas reageert. Het gaat resoneren met de ander door je te laten stemmen door het grotere geheel, de natuur. Zidane voelde de wedstrijd onmiddellijk aan en kon zo op onmiddellijk op de ander afgestemd zijn en voor-voelen wat die gaat doen. Hij wist te reageren voor de ander handelde.

Desmet heeft deze ethische houding van het resoneren, die als ethiek niet in een regel te vangen is, die ook tot een andere vorm van kennen zal leiden, waar weten niet meten is. Dat merk je in zijn schrijven en de interviews die hij geeft. Zo’n houding kan je vrijmoedig waarheid laten spreken over wat op dat moment een ethisch appèl op je doet om over te spreken. De nadruk ligt nu op het vrijmoedige. Zal Desmet gaan spreken over het absolute in zijn boek? Gaan wij met een absoluut oor luisteren?

(Een uitgebreidere versie van dit artikel van dezelfde auteur is hier te vinden).

VOETNOTEN

* Al zou je de grens tussen filosofische antropologie, die gaat over wat de mens is, en psychologie, die altijd op zo’n antropologie gebaseerd is, al scherp kunnen trekken dan is dit nogal een boude uitspraak. De schrijver van Brave New World (1931) Aldous Huxley (1894-1963) en de schrijver Zamjatin (1884-1937) van het boek ‘Wij’, waar Huxley grotendeels zijn inspiratie uitgehaald heeft, zijn niet gespeend van psychologisch inzicht. Psychologisch inzicht is niet hetzelfde als psychologie, kun je beweren. Maar wat te denken van Grieks-Armeense Gurdjieff (1866-1949), die zelfs allerlei geneeswijzen uitvond om van het mechanische in je lichaam te genezen? Het is niet toevallig dat de laatste twee schrijvers in Rusland geleefd hebben. En hoe psychologisch is de allegorie van de grot van Plato (ca. 427 v. Chr. – aldaar, 347 v.Chr.)!

** Dit onderscheid tussen angst en vrees komt uit ‘Sein und Zeit’ (1927) van Heidegger (1889-1976), de leermeester van Hannah Arendt (1906-1975), die een tijdje zijn maîtresse was, en die Desmet zelf weer als een grote inspiratiebron van zijn eigen boek ziet met haar boek ‘The Origins of Totalitarianism’ (1951). Desmet verwijst niet naar Heidegger, maar het is niet vreemd dat hij via zijn leermeesteres of gewoon door diep nadenken tot dezelfde conclusie komt.

*** Zinedine Zidane The Maestro Of The Decade: https://www.youtube.com/watch?v=tdx–n-T0s4

Home

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

error: Content is protected !!
Spring naar toolbar