Iedereen slachtoffer
Iedereen slachtoffer – Sinds de jaren zeventig is het steeds aantrekkelijker geworden om je als slachtoffer te presenteren. Voor minderheden is een slachtofferstatus zelfs bijna een morele plicht geworden, niet zelden tegen wil en dank. Waar komt dit verschijnsel vandaan, wat zijn de nadelen, en waar houdt dit op? ‘De vraag is: wat is genoeg erkenning?’
Iedereen slachtoffer – aanstoot aan van alles en nog wat
“Als mensen er aanstoot aan nemen, dan moeten ze niet kijken,” zo reageert Golden Earring-voorman Barry Hay begin jaren tachtig op de ophef rond de videoclip bij When the Lady Smiles. In de door Dick Maas geregisseerde clip zit een aanrandingsscène met een ‘non’ die destijds uiteindelijk alleen na middernacht getoond mocht worden. Hillary Clinton gebruikt de hit in 2008 nog voor haar verkiezingscampagne, maar stopt daarmee nadat ze doorheeft wat de glimlach van de vrouw teweegbrengt in het videoverhaal.
Tegenwoordig nemen mensen ook aanstoot aan van alles en nog wat. Met een nuchtere reactie kom je vaak niet meer weg, afhankelijk van waar het pijnpunt zit. Aanstoot nemen aan tentoongestelde geslachtsdelen van transpersonen, zoals tijdens de Pride-tentoonstelling in de buitenruimte van Almere, geldt als intolerant. Verontwaardigd zijn over woorden die pijn doen mag wel. Zo gelden traditionele benamingen van lekkernijen als jodenkoeken, moorkoppen en negerzoenen nu als kwetsend. Ook een term als ‘tassendrager’ kan tot in de Tweede Kamer toe tranen teweegbrengen.
Voor Lennard van Mil, oprichter en voorzitter van Stichting De Roze Leeuw, dat het ‘realistische roze geluid’ vertolkt, is al die gekkigheid een uiting van doorgeslagen slachtofferdenken. Volgens Van Mil is de slachtoffercultuur niet alleen selectief, maar ook schadelijk: “Onze slogan is geen vic-tim mentality maar een vic-tor mentality. Je hoeft mij niet te helpen door continu met een regenboogvlag te wapperen of met zo’n ietwat onsmakelijke fototentoonstelling in de publieke ruimte. Al die ‘goedbedoelde’ acties voor seksuele emancipatie hebben eerder een averechts effect. Ze versterken stereotiepe beelden en zijn stigmatiserend.”
“Er gaat geen dag voorbij zonder dat iemand zich meldt als slachtoffer van de geschiedenis, de baas of de staat,” constateert ook Henri Beunders, mentaliteitshistoricus en emeritus hoogleraar ontwikkelingen in de publieke opinie. Hij muntte de term ‘slachtoffercultuur’ als eerste in het maatschappelijk debat. “Als er iets tegenzit, kijken we verwilderd om ons heen om te zien wie we daarvan de schuld mogen geven. Zondebokken aanwijzen is helemaal in de mode. De aantrekkingskracht ervan is dat je dan zelf niet meer verantwoordelijk bent voor je eigen leven, maar het versterkt ook de afhankelijkheid van anderen. Vooral de staat moet alles oplossen, en dat is niet ongevaarlijk, want de staat is het koudste onder aller wezens, zoals Nietzsche zei.”
In 2018 verscheen Beunders’ boek Hoeveel recht heeft de emotie? – Over straffen in de slachtoffercultuur. In de rechtspraak werd het vanaf de jaren zeventig onder progressieve criminologen populair om daders als slachtoffers te zien, ofwel het ‘hij heeft een slechte jeugd gehad’-excuus, zoals het fenomeen in de volksmond heet. Beunders: “Het is goed dat er aandacht kwam voor de omstandigheden van criminelen, maar het heeft geleid tot een monsterverbond tussen daders/slachtoffers en de hulpverleningsindustrie. Die industrie heeft belang bij zoveel mogelijk slachtoffers en treedt nog steeds graag op als woordvoerder van allerlei zielige groepen.”
Henri Beunders, mentaliteitshistoricus
Toch gaan de wortels van collectief slachtofferschap volgens de emeritus hoogleraar langer terug. Beunders: “Sinds Nietzsche in 1885 God doodverklaarde, is de mens verantwoordelijk voor zijn eigen leven. Na alle emancipatiegolven na de Tweede Wereldoorlog werden we de koning van ons eigen bestaan. In de jaren negentig bereikte dat een hoogtepunt, toen werd ‘succes een keuze’ en was ‘the sky the limit’. Maar lang niet iedereen had de macht of de middelen om ‘zichzelf te worden’ of succesvol te zijn. Bovendien heeft lijden sinds de secularisatie geen betekenis meer. Het is een zware last om dan volledig verantwoordelijk te zijn voor je eigen lot. In de verticale maatschappij had iedereen op een bepaalde manier zijn eigen plek. Nu zitten we in een horizontale vechtmaatschappij waarbinnen verschillende groepen als ratten in een te klein doosje elkaar bestrijden om aandacht.”
Afgunst speelt daarin ook een rol, stelt Beunders: “Het lijden van overledenen en overlevenden van de Holocaust staat sinds de jaren zestig centraal in de geschiedschrijving over de Tweede Wereldoorlog. De aandacht voor de joodse tragedie heeft geleid tot enige jaloezie onder andere groepen. Plotseling meldden zich meer mensen die ergens slachtoffer van waren, van de slavernij bijvoorbeeld, of het kapitalisme.”
De combinatie van een ‘afgunstig’ godscomplex en een grote hulpverleningsindustrie is volgens Beunders als een giftig kruidenmengsel. “Het is een geestelijke heksenketel als gevolg van een bewustzijnsexplosie. Nederland is nu een pan spaghetti die te lang op het vuur heeft gestaan.”
Ook politici zijn jankers geworden
Opvallend is dat ook politici steeds vaker meehuilen met de wolven in het bos. Vooral aan ‘links-liberale’ kant gaat kritiek of lompheid al snel door voor ‘vrouwenhaat’, al geldt dat argument meestal niet voor kritiek op politieke opponenten van het vrouwelijke geslacht. Ook andere machthebbers voelen zich tegenwoordig snel geslachtofferd door boze boeren of burgers. Incidenten worden opgeblazen en maatregelen om mensen tegen zichzelf en anderen te beschermen volgen elkaar in rap tempo op. Zo pleiten ChristenUnie en GroenLinks ervoor om voor ‘hate crimes’ zwaardere straffen op te leggen dan voor ‘gewone’ vernieling of geweldpleging.
De slachtoffercultuur is niet onschuldig, zegt Beunders: “Voor een deel heeft de staat de rol van God overgenomen. De staat is overal verantwoordelijk voor, zelfs voor persoonlijk geluk. Al het leed moet van staatswege worden gecompenseerd. De staat is zo tegelijkertijd een ‘liefdevolle’ Big Mama met een kassa onder de arm én Big Brother. Dat heeft ertoe geleid dat allerlei staatsinstellingen uit hun voegen zijn gebarsten, zoals de NAM en de Belastingdienst. Vooral in tijden van crisis en krimp gaat dat zich wreken, want de staat blijft een koud wezen.”
Geld heelt veel wonden in de slachtoffermaatschappij. Naast aandacht is het gewoon geworden om financiële compensatie te willen voor geleden leed. De claimcultuur beperkt zich niet meer tot bijvoorbeeld anti-slavernijactivisten. Zo eisen de vakbonden 150 miljoen euro voor slachtoffers van long covid in de zorg en het onderwijs. Volgens hen heeft de overheid onvoldoende gedaan om ze te beschermen. De mondkapjesplicht bijvoorbeeld – die vooral symbolische waarde had in de strijd tegen het virus – kwam te laat volgens de bonden, die vinden dat met het geld ‘de helden die hun gezondheid opofferden eindelijk erkenning krijgen voor hun situatie’.
De slachtoffercultuur maakt steeds meer slachtoffers
De slachtoffercultuur maakt steeds meer slachtoffers. Dat blijft niet beperkt tot diegenen die als schuldigen worden geschandpaald, al kan dat ver gaan. Zo pleegde de Zweedse regisseur en theaterdirecteur Benny Fredriksson zelfmoord nadat er na onterechte MeToo-beschuldigingen karaktermoord op hem was gepleegd. Beunders: “Het populaire dader-slachtofferframe versterkt het simplistische denken. Vermeende daders of zondebokken worden ‘gedeplatformd’, geschandpaald of gecanceld, ook uit angst om klanten of kiezers te verliezen. Dat is een kwalijke vorm van commercieel conformisme.”
Soms is wokeness hilarisch, zegt Van Mil doelend op regenbooggekte bij bedrijfsleven en overheid, inclusief een explosie aan genderneutrale toiletten en regenboogzebrapaden. “Maar hoeveel hoogleraren zijn er wel niet gecanceld omdat ze iets verkeerds hebben gezegd. Censuur neemt overal toe. Er was een enorme poppenkast rond de kaarsrel van Johan Derksen. Prima, maar waar we ons drukker om zouden moeten maken is de toenemende intolerantie jegens elkaar. Over het feit dat er geen enkel tegengeluid meer wordt geduld. Dat is gevaarlijk en totalitair.”