Ulisse Matthey Le Opere originali per organo e harmonium
Ulisse Matthey – een herontdekking
De herontdekking van de Italiaanse orgelliteratuur van het begin van de twintigste eeuw, lang vergeten en gedevalueerd, wordt met deze cd-box verrijkt met een belangrijk item! Het vestigt de aandacht op de figuur van Ulisse Matthey (1876-1947), een groot virtuoos van zijn instrument, een getalenteerde leraar en een verfijnde componist.
Zijn activiteiten passen volledig in de stroming van de Ceciliano-beweging, waarmee hij het idee volledig omarmt en de intenties deelt om religieuze en heilige muziek te redden van de indringers van de theatrale stijl die het 19e-eeuwse Italië had gedomineerd. Als begaafd organist met een transcendentale speeltechniek, streefde Matthew ook in zijn composities – in het spoor van Marco Enrico Bossi en Pietro Alessandro Yon – naar een niveau dat aan de hoogste Europese virtuositeit voldoet, verwijzend naar zijn werken van auteurs als Claude Debussy, Aleksander Skriabin, Ottorino Respighi, evenals zijn favoriete Johann Sebastian Bach. Fausto Caporali, titulair organist van de kathedraal van Cremona, voert de volledige originele werken voor orgel en harmonium volledig uit op historische instrumenten.
Ulisse Matthey – Fausto Caporali
Fausto Caporali behaalde zijn diploma orgel en orgelcompositie in 1981 aan het “Giuseppe Verdi”-conservatorium in Milaan, waar hij studeerde bij Gianfranco Spinelli. In 1983 behaalde hij de titel van maestro Gregoriaans aan het Pontificio Istituto Ambrosiano di Musica Sacra. Hij ontving zijn postdoctorale opleiding door deel te nemen aan cursussen bij H. Vogel (barokorgelmuziek van N. Duitsland), A. Isoir (Franse muziek van de barokperiode), E. Kooiman (Franse muziek), L. Rogg (Bach, Mozart, improvisatie), MC Alain (Bach, J. Alain), D. Roth (moderne Franse symfonie) en G. Parodi (Duitse romantiek). Hij studeerde privé bij D. Roth in Parijs en volgde de zomercursussen improvisatie van N. Hakim in Haarlem. Aan het einde van zijn academische studies legde hij zich toe op de studie van Messiaen. Hij schreef “L’Improvvisazione Organica. Een theoretische en praktische methode” (“Orgelimprovisatie. Een theoretische en praktische methode”), “Propedeutiek tot orgelimprovisatie” (“Inleiding tot orgelimprovisatie”), “L’Accompanimento del canto liturgico” (“Begeleiding van liturgische liederen”), “Eeuwige dialoog. L’opera per organo di Olivier Messiaen” (“De orgelwerken van O. Messiaen”, 2008), voor Armelin Musica (Padua) en heeft publicaties van niet eerder bewerkte muziek van barokcomponisten geredigeerd.
Hij was prijswinnaar op het Concours voor Orgelimprovisatie van Biarritz in 1995 en 1997 en halvefinalist op het Internationaal Concours voor Improvisatie in Haarlem in 1996. Als componist heeft hij de derde prijs op zijn naam staan op het AGIMUS Concours in Varenna in 1996. Hij is een schrijver van heilige cantates, concerti en kamermuziek die allemaal succesvol waren bij zowel publiek als critici. Hij werkte samen met Ottoni della Scala, Coro Voci Bianche della Scala en Scala-solisten. Hij is actief als solist en begeleider van vocale en instrumentale groepen. Hij trad op in Duitsland, Frankrijk, Zwitserland, Engeland, Litouwen en nam opnamen op voor Prominence. Hij geeft regelmatig cursussen orgelimprovisatie in Italië, werkt als muziekcriticus voor tijdschriften, is eerste organist van de kathedraal van Cremona. Hij doceert orgel en gregoriaans aan het conservatorium van Turijn.
Ulisse Matthey (1876-1947)
Matthey heeft tussen de twee Wereldoorlogen Italië op de kaart gezet. Onder andere door zijn concertreizen en het adviezen bij de bouw van verschillende grote romantische orgels. Velen zijn nog niet zolang geleden gerestaureerd en verkeren in zeer goede staat. Door de fraaie opnames van de technici van Tactus krijgen we zo een beeld van wat er aan grote instrumenten staat in Italië. Ulisse Matthey is geboren in 1876 in Turijn en begon op zeer jonge leeftijd aan een piano studie. Wat later werd zijn aandacht getrokken door het orgel. In vele kerken van Turijn is hij organist geweest. Na het behalen van zijn diploma aan het conservatorium van Parma in 1900 werd hij actief als componist, leraar en concertorganist. Hij ging lessen volgen in Parijs bij Alexandre Guilmant en in Milaan bij Vincenzo Ferroni. Concertreizen in Italië en andere landen brachten hem bekendheid. Hij werd vaak vergeleken met Marco Enrico Bossi. Tot zijn pensionering in 1942 bleef hij leraar in Turijn. Door de oorlogsomstandigheden waaronder zware bombardementen moest hij in Loreto onderdak zoeken. Daar kom hij zijn werkzaamheden als leraar en liturgisch organist weer uitoefenen. Rond de jaren 1945/46 werden de concertreizen weer opgepakt, maar zijn conditie verslechterde en hij stierf op 6 juli 1947 aan hartfalen. Op dezelfde dag was hij nog getrouwd met zijn huishoudelijke hulp Maria Anconetani.
Zijn muziek en betekenis
Veel werken zijn ontstaan in zijn werk als liturgisch organist, ofwel werken die hebben kunnen klinken tijdens de vele missen die hij gespeeld zal hebben. Vaak heerst er een mystieke sfeer. Als ik zo zijn muziek beluister springen de componisten Guilmant, Vierne, Tournemire en Bossi op in het oor. Laatromantische klanken die leiden naar het Impressionisme. Muziek die soms moeilijk te doorgronden is en die je vaker moet beluisteren tot goed in het gehoor liggende werken die meteen op je inwerken. Ik denk ook dat Matthey daardoor in Nederland nog niet goed is doorgedrongen. Fausto Caporali, de groot pleitbezorger van deze componist, geeft een fantastisch beeld van Matthey ook door de juiste keuze van de gekozen orgels. Van kleinere tot zeer imposante instrumenten zoals onder andere het orgel van Mascioni op. 438 uit 1933 met 5 klavieren en 110 registers. Evenals Vierne heeft Matthey muziek gecomponeerd voor drukwindharmonium. Tien werken zijn hier opgenomen gespeeld op twee Alexandre-harmoniums die in Italië staan. Caporali blijkt ook hier een getalenteerd harmoniumspeler. Niet iedere organist speelt zo weg op een drukwindharmonium. De gespeelde werken zijn dan weer heel ingetogen met zgn. zweefregisters, maar ook heel feestelijke en uitbundiger stukken als de Giga en de Marcia dei Re magi. De (gerestaureerde) harmoniums staan op akoestisch fraaie locaties en komen zo mooi in beeld.
De orgelwerken die een fraai beeld geven zijn onder meer Alla Madonna di Loreto met mooie solostemmen, de typisch Italiaanse ‘zweefregisters’ en een bijzonder fraai klokkenspel ook gecombineerd met de gewone registers. In Memoriam begint als een latere symfonie van Vierne met complexe harmonieën, impressionistisch, niet eenvoudig te spelen en te beluisteren, maar boeiend. Verder nog het Impression pastorali en de Tempo di Sonate. Werken die toegankelijker zijn en vaak ook meer vaart hebben zijn Toccata-Carillon (pianistisch virtuoos), Toccata fanfare (soms Engels aandoend met hogedrukregisters), Marcia di nozze, Giga (vrolijk), Studio di concerto en de Toccata in si minore. Frans getinte composities, virtuoos, boeiende composities voor mensen die eens wat anders willen horen, iets nieuws willen ontdekken in laatromantische sferen met weinig ander vergelijkingsmateriaal. Fausto Caporali is een vurig pleitbezorger met de juiste orgelkeuze, boeiende registraties en dito spel.
Ulisse Matthey Le Opere originali per organo e harmonium plus luistervoorbeelden